-
1 Eleuthère Irénée Du Pont
n. Eleuthère Irénée Du Pont, (1772-1834) Amerikaanse buskruit fabrikant in Parijs (Frankrijk) geboren, die E.I. du Pont de Nemours and Company in 1802 oprichtte en zich ontwikkelde tot een van de grootste meest succesvolle chemische bedrijven in de wereld -
2 DuPontР'вў
n. DuPont, chemisch bedrijf opgericht in 1802 door Eleuthère Irénée Du Pont onder de naam van E.I. de Pont de Nemours and Company als een buskruitfabriek in Delaware (V.S.) die zich ontwikkelde tot een van de grootste chemische bedrijven ter wereld en de polymerenrevolutie leidde door ontwikkeling van beroemde materiaal (nylon, teflon en Kevlar) -
3 ferry
n. veer(boot)--------v. overzetten, overbrengen, overvaren; vervoerenferry1[ ferrie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: ferries〉————————ferry2〈werkwoord; ferried〉♦voorbeelden: -
4 run
n. hardlopen; afstand; rit; gedeelte; serie; "trein ", aanval--------v. rennen, weglopen; laten lopen; een programma starten (in computers); overgaan, laten lopen, beheren; voorbereiden; oprichten; voldoen; waarmaken; doorgaan; lekken; uitkleden; moeite doenrun1[ run] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 tocht ⇒ afstand; eindje hollen; tocht, vlucht, rit; traject, route, lijn; tochtje, uitstapje 〈 van trein, boot〉; 〈 skiën〉 baan, helling; 〈 cricket, honkbal〉 run 〈 score van 1 punt〉♦voorbeelden:at a/the run • in looppasthe play had a five months' run in London • het stuk heeft vijf maanden in Londen gespeeldget/have a (good) run for one's money • waar voor zijn geld krijgengive someone the run of • iemand de (vrije) beschikking geven over〈 slang〉 the runs • buikloop, diarree————————run21 rennen ⇒ hollen, hardlopen2 〈 benaming voor〉 gaan ⇒ (voort)bewegen; lopen; (hard) rijden; pendelen, heen en weer rijden/varen 〈 van bus, pont e.d.〉; voorbijgaan, aflopen 〈 van tijd〉; lopen, werken 〈 van machines〉; (uit)lopen, (weg)stromen, druipen 〈van vloeistoffen e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 (voort)duren, lopen, gaan, zich uitstrekken, gelden3 rennen ⇒ vliegen, zich haasten♦voorbeelden:run at someone • iemand aanvallenrun at something • toestormen op iets2 the play will run for ten performances • er zullen tien voorstellingen van het stuk gegeven wordenrun afoul/foul of • 〈 figuurlijk〉stuiten op, in botsing komen metfeelings ran high • de gemoederen raakten verhit/liepen hoog oprun on electricity • elektrisch zijnrun to crabbiness • geneigd zijn tot vittenrun to extremes • in uitersten vervallenhe ran fifth • hij kwam als vijfde binnenrun across someone/something • iemand tegen het lijf lopen/ergens tegen aan lopenrun for it • op de vlucht slaan, het op een lopen zettenRoman noses run in our family • de adelaarsneus zit bij ons in de familierun through the minutes • de notulen doornemenhis inheritance was run through within a year • hij had binnen een jaar zijn erfenis erdoor gejaagdmy allowance doesn't run to/I can't run to a car • mijn toelage is niet toereikend/ik heb geen geld genoeg voor een auto→ run around run around/, run away run away/, run back run back/, run down run down/, run in run in/, run into run into/, run off run off/, run on run on/, run out run out/, run over run over/, run up run up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 benaming voor〉 doen bewegen ⇒ laten gaan; varen, rijden; doen stromen, gieten; in werking stellen, laten lopen 〈machines e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 doen voortgaan, leiden, runnen♦voorbeelden:run someone over • iemand overrijdenrun a business • een zaak hebbenrun a car • autorijden, een auto hebbenrun someone close/hard • iemand (dicht) op de hielen zitten; 〈 figuurlijk〉 weinig voor iemand onderdoenrun a comb through one's hair • (even) een kam door zijn haar halen6 we won't run him • we zullen hem niet inschrijven/laten deelnemen
См. также в других словарях:
pont — pont … Dictionnaire des rimes
pont — [ pɔ̃ ] n. m. • punt 1080; lat. pons, pontis I ♦ 1 ♦ Construction, ouvrage reliant deux points séparés par une dépression ou par un obstacle. Pont franchissant une voie d eau, un canal, une route, une voie ferrée. Le pont du Gard (aqueduc romain) … Encyclopédie Universelle
pont — 1. (pon ; le t ne se lie guère dans la conversation ; cependant il se lie quand l expression est unie et fait corps : le pon t aux ânes, le Pont Audemer ; au pluriel, l s se lie : des pon z en bois) s. m. 1° Construction de pierre, de fer ou de … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Pont K-B — Pont de Koror Babeldaob Pont de Koror Babeldaob Pays Palaos Région États de … Wikipédia en Français
Pont — oder Ponte bezeichnet: französisch eine Brücke so u.a. Petit Pont Paris Pont Alexandre III Pont Neuf Pont Notre Dame Pont Saint Michel Pont du Gard römisch, in Frankreich einen geologischen Zeitabschnitt; siehe Pontium eine mundartliche… … Deutsch Wikipedia
pont — PONT. s. m. Bastiment de pierre ou de bois, eslevé au dessus d une riviere, d un ruisseau, d un fossé, &c. pour la facilité du passage. Pont de pierre. pont de bois. grand pont. petit pont. pont estroit. les arches d un pont. les piles d un pont … Dictionnaire de l'Académie française
Pont — (pronounced pohn ; French for bridge ; also Welsh for bridge when prefixed to another word, the t not silent) is the name or part of the name of several places. It also means period and exactly in Hungarian (where the t is pronounced).FrancePont… … Wikipedia
pònt — pont, pouent m. pont ; plancher d un vaisseau > « Que crèbis que fan l aubre que s esclapo, souto li marin lou pont que s aclapo ! » F. Mistral. Pònt levadís, pònt d aram, pònt virant, pònt de pèira : pont levis, pont suspendu, pont tournant,… … Diccionari Personau e Evolutiu
Pont en h — Pour les articles homonymes, voir Pont. Circuit d un pont en H Le pont en H est une structure électronique servant à contrôler la polarité aux bornes d un … Wikipédia en Français
Pont — Porté dans diverses régions françaises, le nom est surtout présent dans la Saône et Loire et la Savoie. Il désigne en principe celui qui habite auprès d un pont, mais dans certains cas une variante de Pons (voir ce nom) n est pas impossible … Noms de famille
Pont [1] — Pont (fr., spr. Pong), 1) Brücke; manche Zusammensetzungen damit, wie P. d Austerlitz (spr. P. d Ohsterlitz), P. de la Concorde (spr. P. d la Kongkord), P. de Jena, P. neuf (spr. P. nöff) etc., s. u. Paris; 2) (Prahm), ein großes, aber ganz… … Pierer's Universal-Lexikon